Schönfeld Gallery presenteert een solotentoonstelling van Albert Pepermans

Vanaf 14 maart tot en met 30 april presenteert Schönfeld Gallery Four to the Floor, een solotentoonstelling waarin kunstenaar Albert Pepermans (°1947) teruggaat naar zijn jonge rock ’n roll jaren.

Tijdens de eerste lockdown besloot Pepermans om een reeks geselecteerde en gearchiveerde rock and roll paintings uit de jaren 80 van onder het stof te halen en te gebruiken als basis voor nieuw werk. Het resulteerde in verschillende kleurrijke diptieken, die met elkaar worden verbonden door een viervoudige illustratieve stempel. Pepermans labelde de diptieken onderaan telkens met een bijpassende titel (vb four times a dog, four times a chimney, four times a black man,...).

Schönfeld Gallery toont nu die nieuwe reeeks, naast enkele originele werken uit die Rock periode van Pepermans (jaren 80).

Het werk belichaamt de leefwereld waarin Pepermans als jonge kunstenaar opgroeide; de fluokleuren, de popmuziek, de vedetten, de Pop Art en de flashy magazine covers die de jaren 80 typeren schemeren nog door in de nieuwe bestemming die Pepermans aan zijn oude affiches gaf. Een aantal van de affiches werd gebruikt voor een groepstentoonstelling in het Franse Rennes (1983), waarbij Pepermans zich liet inspireren door 16mm filmstroken voor zijn Arts + Machina 2 performance. Deze copy art performance in l’Ecole d’Architecture de Rennes werd gesponsord door Amerikaans fotokopieerpionier en multinational Rank Xerox. Fotokopies van de originele werken – die vier decennia geleden tevens het voorwerp waren van een rock n roll performance in de Hallen van Schaarbeek - zullen samen met de overschilderde exemplaren getoond worden.

De tentoonstelling is meer dan een terugblik op de jaren 80, ze staat volledig in het teken van deze artiest en zijn jongensdroom om een rock n roll ster te worden. De expo sluit af met een voorstelling van de vinyl box die Pepermans recent ontwierp voor Kristof Hahn, fervent rock ’n roll liefhebber en gitarist bij het Berlijnse Les Hommes Sauvages. De muziek en de kunst zullen worden samen gebracht in een finale wallpaper performance waarbij Pepermans zelf het podium betreedt als paint-star (onder voorbehoud van de maatregelen rond de pandemie).


Albert Pepermans

Anno 2021 neemt Albert Pepermans geen gas terug. Energiek, brutaal, direct, impulsief, wars van regels, ongepolijst en een krachtig kleurgebruik. Die eigenschappen spatten van zijn werk, of het nu figuratief is of abstract. Wat niet wegneemt dat het tegelijk melancholisch of ingetogen kan zijn. Zijn schilderkunst en performances wortelen in de woelige jaren zestig: de popart, anarchistische happenings en rock-'n-roll. Dada, undergroundstrips en later Neue Wilde zoals Baselitz en Immendorf vond hij ook geweldig. Hij viel nog meer voor de anarchie van de punk, die kortstondige explosie eind jaren zeventig. De ruige energie van rock-'n-roll en de brutaliteit van de punk is hij in zijn kunst nooit helemaal kwijtgespeeld. Gemakshalve krijgt hij geregeld het predicaat 'schilder' voor zijn naam, maar gewone penselen en canvas zitten zelden of nooit in zijn arsenaal van materialen. Meestal gaat hij aan de slag op papier. In de jaren tachtig rukte hij internationaal op met grote werken, dikwijls op flinterdun patroonpapier. Vaak een brutale figuratie en een scherpe visie op de mens in een grootstedelijke omgeving.

SERIESCHILDER

Het plezier van het schilderen was niet langer 'not done' toen het neo-expressionisme in de jaren tachtig opkwam. In de jaren zeventig, de tijd dat Albert Pepermans zich op eigen werk stortte, was het behoorlijk revolutionair om daarbij te zweren. Hij studeerde grafiek in Sint-Lukas Brussel en werkte als illustrator en vormgever bij het vrijgevochten weekblad Humo. Als lay-outman realiseerde hij bijlagen over muzikanten zoals Bob Dylan en The Stones. Een 9-tot-5-baan lag hem niet. Even was hij freelancer en dan werd hij kunstdocent. Zo had hij de vrijheid om zijn eigen ding te doen.

Na zijn eerste solotentoonstelling, in 1979 bij Camille von Scholz in Brussel, ging het snel. Hij exposeerde solo in het Museum van Schone Kunsten in Brussel (1987), in het Documenta Archiv in Kassel (1992), in de Martin Gropius Bau in Berlijn (1994), in Parijs, New York, Zweden en op Art Basel (1989) bij Camille von Scholz, die in 1997 haar galerie in Brussel sloot. In 2011 kregen zijn drie samenwerkingsprojecten met Hugo Claus uit de jaren negentig opnieuw veel bijval in het drukbezochte Kunstenfestival Watou. 'Serieschilder' Albert Pepermans had er nog zestig nieuwe schilderijen aan toegevoegd.

BUITEN DE LIJNTJES

De kunstenaar was nooit bang om uit de band te springen. Van in het begin toonde hij zijn werk ook graag buiten de kunstruimte. Zijn performances sloegen even hard aan. Het meest legendarisch is 'Rock-'n-roll party' (1982) in de Hallen van Schaarbeek. Het publiek reed rond in botsautootjes, een attractie met projecties van zijn rockschilderijen op de wand. In een tweede ruimte danste de kunstenaar op rockmuziek in een boksring met plastic wanden, een zelfgemaakte kooi. Het was een slopende performance van 4,5 uur, terwijl zijn hartslag door de luidsprekers bonsde. Alles voor de kunst. Soms onaangekondigd en vaak als schilder.

Een galerie in New York was in 1985 tijdelijk een kapsalon waar hij minischilderijtjes op de hoofdkruin schilderde. Wie dat wou, liet ze eruit knippen om aan de muur te hangen. In het Cirque d'Hiver in Parijs en het Centre Pompidou (1982) drumde het publiek samen achter plastic wanden, waarop hij portretten schilderde door de contouren te volgen van mensen die ertegenaan stonden. Nog een heel directe manier van portretschilderkunst, maar met meer waaghalzerij was een performance bij een kasteelvijver in Zaventem, toen zijn woonplaats. Aan de vijver stond een man voor een wit schildersdoek. Gewapend met twee zakjes verf vertrok de kunstenaar in kostuum met zwembandjes rond de armen op het dak van het kasteel. Hij roetsjte langs een kabel naar beneden en plonsde in de vijver. Maar niet voordat hij de zakjes naar het doek had gegooid. Hij herhaalde de actie tot het model volledig onder de verf zat. Het plezier van het schilderen spetterde ook van performances.

ORDE EN CHAOS

Albert Pepermans bespeelt gedurig spanningsvelden. Orde en wanorde, die dualiteit is niet weg te slaan uit zijn schilderkunst. Hij bracht het in 1994 live in stelling. In een galerie in Zweden bestempelde hij vellen papier op de vloer met een zwart motief, op gelijke afstand van elkaar. Geblinddoekt probeerde hij dat motief in het rood op dezelfde plaats te stempelen, wat resulteerde in een wirwar van zwart en rood. Zelfgemaakte stempels gebruikt hij regelmatig in zijn schilderijen. Onderwerpen plukt hij uit zijn omgeving, waar ook ter wereld. Hij werd bekend met 'rock-'n-rollschilderijen': portretten van pop- en rockiconen, waarin hij zocht naar de mens achter de publieke figuur. Hij was in de weer met comicfiguren zoals Tarzan en Mickey Mouse, en hij hield van de undergroundstrips van Crumb. In 1985 was hij enorm onder de indruk van Berlijn en New York. De dynamiek van wereldsteden kwam in zijn werk, de eenzaamheid van de mens in de grootstad, wolkenkrabbers, auto's en vliegtuigen. Als kind speelde hij aan de militaire luchthaven en toen hij later vlak bij Brussels Airport woonde, hing hij graag 's nachts rond in de grote vertrekhal uit de tijd van Expo '58.

PARIJS

In de jaren tachtig en negentig had Albert Pepermans veel tentoonstellingen en performances in Parijs. Het leverde hem de bijnaam 'le fou belge' op. Hij vond dat de stad in die tijd iets agressiefs uitstraalde. Wat wegens recente rellen en manifestaties eigenlijk opnieuw zo is. Toen hij een boek had gekregen met oude foto's van Parijs ontstond in 1987 een reeks grote werken over de stad, allemaal geschilderd op patroonpapier van 1,5 bij 2 meter. Dat gelige papier om naaipatronen te knippen, gebruikte hij graag als drager. Het werd gevouwen verkocht in supermarkten. De vouwen spelen mee, en als het werk is gemaroufleerd op doek krijgt het rimpels en kreuken. Vroeger prikte hij schilderijen op dat fragiele papier in tentoonstellingen soms gewoon met spelden aan de muur, en hij heeft ze zelfs opgevouwen getransporteerd.

'Notre Dame' (1987) is het portret van een dame met in de verte de iconische westgevel van de Notre-Dame. Wat is die rood-zwart gespikkelde ovaal achter het hoofd? Over de contouren varen stoomschepen rondjes. Helemaal bovenaan staat 'une belle hispano' geschreven. 'Place de la belle-Hispano', zo heet een plein in Parijs. Figuren met een groot hoofd en een klein lichaam werden in die periode bijna een handelsmerk van Pepermans. Ook typerend zijn het schots en scheve perspectief en de zwarte lijnen, waardoor het werk deels een houtsnede of linosnede lijkt. Alsnog een soort grafiek, op een veel rappere manier gerealiseerd. Andere grootstedelijke taferelen uit 1987 zijn meestal nachtzichten. Dikwijls tegelijk bruisend en beklemmend. Maar ook dromerig, en niet zonder humor en kritische reflecties.

— Christine Vuegen


Albert Pepermans
Four to the Floor
14.03 - 30.04.2021
Schönfeld Gallery
Rivoli building #21
Waterloosesteenweg 690
1180 Brussel


 

 

 

Over Club Paradis | PR & Communications

Club Paradis is a specialist pr & communications agency, working in the fields of art, design, architecture and others who shape culture.