Tim Van Laere Gallery presenteert de groepstentoonstelling Enjoy and Take Care!
Tim Van Laere Gallery presenteert vanaf 11 juni Enjoy and Take Care!, een groepstentoonstelling met werk van 20 kunstenaars van de galerie.
Het is een genereuze show, zowel voor de kunstenaars als voor het publiek. Na een periode van verplichte sluiting viert de galerie de heropening met een show die de kunstenaars van de galerie voorop stelt en de bezoekers de kans geeft om aan de hand van werken uit verschillende media - de tentoonstelling bevat sculpturen, tekeningen, schilderijen, meubelen, film en fotografie - recent en nieuw werk van de kunstenaars van de galerie te ontdekken.
Zoals de titel aangeeft, wil Tim Van Laere Gallery de vreugde delen en de artiesten vieren, die zoals altijd de belangrijkste prioriteit van de galerie zijn.
De tentoonstelling bevat onder meer 2 nieuwe schilderijen van Bram Demunter, 3 nieuwe werken (een keramieke sculptuur, een kleine kleurtekening en een houtskooltekening) van Rinus Van de Velde, een nieuw schilderij van Ben Sledsens, een nieuw werk op papier van Adrian Ghenie, een monumentaal werk van Kati Heck en 4 nieuwe tekeningen en een film (met onder andere Kim Gordon van Sonic Youth en Hannelore Knuts) van Marcel Dzama.
Deelnemende kunstenaars: Bram Demunter, Marcel Dzama, Armen Eloyan, Gelatin, Adrian Ghenie, Kati Heck, Anton Henning, Tomasz Kowalski, Friedrich Kunath, Edward Lipski, Jonathan Meese, Ryan Mosley, Tal R, Peter Rogiers, Ben Sledsens, Ed Templeton, Rinus Van de Velde, Aaron Van Erp, Henk Visch en Anke Weyer.
Enjoy and Take Care!
11 juni - 11 juli 2020
Tim Van Laere Gallery
Jos Smolderenstraat 50
2000 Antwerpen
De schilderijen en tekeningen van Bram Demunter (°1993 Kortrijk; woont en werkt in Knokke-Heist) zijn steeds een interactief proces tussen dingen die hij leest, hoort, ziet en denkt. Hiermee ontwikkelde hij een heel eigen iconografie die dicht aanleunt bij een premoderne beeldtaal en mensbeeld. Dit combineert hij met elementen uit de moderne abstract-expressionistische schilderkunst. Hiermee refereert hij naar de traditie van de kunstgeschiedenis met verwijzingen naar Gerard David, James Ensor, Henry Darger en Rogier Van der Weyden. Zijn werken draaien steeds rond het gedrag van mensen en hun interactie met elkaar en hun omgeving, zoals de natuur, dieren en instellingen. Hiermee raakt hij vaak ‘ruwe’ menselijke emoties aan.
Het werk van Marcel Dzama (°1974, Winnipeg; leeft en werkt in New York) is meteen te herkennen aan zijn unieke, karakteristieke beeldtaal, waarin verschillende artistieke invloeden van Dada en Marcel Duchamp herkenbaar zijn. Hij combineert sociale en politieke ontwikkelingen met een wereld van mythes, fabels en fictieve verhalen. Dzama is voornamelijk bekend omwille van zijn tekeningen, maar hij maakt ook sculpturen, schilderijen, films en diorama’s.
Volgens Armen Eloyan (°1966, Jerevan - leeft en werkt in Zürich) is een goed schilderij zoals een goede grap, de stukjes moeten in elkaar passen. Met zijn kenmerkende duistere humor, kleurrijke verf en dikke zwarte contouren, onthult Eloyan een dystopische wereld waarin de dingen uit balans zijn gegooid en de toeschouwer geconfronteerd wordt met existentiële vragen. Armen Eloyan combineert invloeden vanuit street art en geanimeerde cartoons met verwijzingen naar grote pioniers in de schilderkunst zoals Willem De Kooning en Philip Guston. Hij toont een wereld waarin vertrouwde figuren, die we vaak associeren aan onze eigen jeugd, elk greintje onschuld hebben verloren.
Het kunstenaarscollectief Gelatin (wonen en werken in Wenen) is samengesteld uit vier kunstenaars. Ze ontmoetten elkaar voor het eerst in 1978 tijdens hun deelname aan een zomerkamp. Sindsdien spelen en werken ze samen. Hun universum kan men definiëren als een enorme extravagante chaos. Hun werk komt voort vanuit hun performances en vertaalt zich vooral in sculpturen. Het werk van het Weense collectief, dat bestaat uit performances, installaties, plasticine schilderijen & collages, aquarellen, meubels, sculpturen, enz., wordt steeds gekenmerkt door een besmettelijk, kinderlijk enthousiasme en richt zich op het creëren van nieuwe hedonistische en lichamelijke ervaringen. Ze stimuleren het publiek om deel te nemen en met hun ideeën iets in te brengen. Hun werk handelt vaak over het lichaam dat functioneert als een collectieve taal.
Op het eerste gezicht behandelen de schilderijen van Adrian Ghenie (°1977, Baia-Mare; woont en werkt in Cluj en Berlijn) onderwerpen die refereren naar de geschiedenis, maar het collectieve geheugen wordt voortdurend uitgedaagd door raadselachtige profetische handelingen, verduisterde en persoonlijke plooien in de temporale lineariteit. Ghenie’s werken worden steeds complexer en gelaagder en genereren een oneindige set van interne en externe betekenissen. Doordrenkt met ambiguïteit, bevinden de werken zich tussen figuratie en abstractie, geschiedenis en verbeelding, heden en verleden.
Kati Heck’s (°1979, Düsseldorf; woont en werkt in Pulle) meesterlijke virtuositeit is onmiskenbaar. Ze portretteert haar figuren op fotorealistische wijze met een grote aandacht voor elk detail. Die precisie combineert ze met abstracties en delen die bijna sculpturaal op doek worden aangebracht. Met haar werken synthetiseert Heck verschillende stijlen waarbij ze elementen uit het expressionisme en surrealisme combineert met sociaal realisme. Haar werken doen denken aan de bars, dansers en acteurs van Otto Dix en George Grosz, maar refereren evengoed naar Jean-Michel Basquiat, de Dada beweging, Man Ray en de Oude Meesters. Ze brengt schilderen op een geheel nieuw niveau, als een gebaar in de richting van vrije, radicale zelfbevestiging.
Het oeuvre van Anton Henning (°1964 Berlijn, woont en werkt in Berlijn en Manker) omvat schilderijen, sculpturen, tekeningen, films, foto’s, muzikale stukken en volledige installaties. Zijn werken kunnen gezien worden als een hedendaagse interpretatie van het Gesamtkunstwerk. Door gelijkmatig te focussen op zowel het onderzoek als het eindresultaat, creëert Henning een hybride picturaal evenement, een anarchie van beelden bevrijd van de zwaarte van de ismes uit de kunstgeschiedenis. Met zijn motief repertoire, materiaalkeuzes, stilistische apparaten en speelse heruitvindingen van de genre types, citeert Henning niet simpelweg vanuit de kunstgeschiedenis, maar gaat hij speels op zoek naar het schilderkunstig potentieel via zijn eigen picturale geheugen naar datgene wat latent is gebleven en ontdoet hij zich van alle ruimtelijke, tijdelijke en ideationele contexten.
Tomasz Kowalski (°1984 Szczebrzeszyn; leeft en werkt in Krakow and Szczebrzeszyn) is een sleutelfiguur in de hedendaagse Poolse schilderkunst. Zijn werken zijn beïnvloed door de traditie van het Duitse expressionisme, outsider art, esoterie en surrealisme gecombineerd met invloeden uit de psychedelia en postmoderne Amerikaanse literatuur. Deze constellatie van referenties delen dezelfde representatie van paranoïde gedachten over de realiteit, gevuld met alternatieve versies, gevarieerde paden en meervoudige parallele verhaallijnen. Het is deze combinatie van Kowalski’s verbeelding, zijn figuratieve speelsheid met abstractie en zelfverzekerde omgang met verf die zijn werk een unieke levendigheid bezorgen. Zijn schilderijen zijn een micro-utopia, een reflectie van een hypothetische realiteit of simpelweg een representatie van wat het betekent om vandaag te leven, hier en nu.
Friedrich Kunath's (°1974 Chemnitz; leeft en werkt in Los Angeles) werk is doordrongen van ambiguïteit. Zijn werk is beïnvloed door de cultuur van de wijsheid en de populaire cultuur, tot het punt van obsessie en soms zelfs systematisering. Zijn persoonlijke reis van Oost- naar West-Berlijn, naar zijn nieuwe thuis in Los Angeles, presenteerde Kunath met een breed scala aan bronnenmateriaal, variërend van de canon van de kunstgeschiedenis en de Duitse filosofie tot het idioom van de kitsch en de make-believe wereld van Hollywood en Los Angeles. Kunath’s werk gaat over de universele thema's van het menselijk bestaan, zoals liefde, verlies, optimisme, kwetsbaarheid en melancholie. Zijn oeuvre omvat verschillende media, van schilderen, beeldhouwen, tekenen, video en fotografie tot uitgebreide installaties, allemaal voorzien van een tragikomisch pathos en dromen over mogelijkheden.
Spiritualiteit en existentieel onbehagen in het menselijk bestaan, en de rituelen waarmee de mens zich daartoe probeert te verhouden zijn terugkerende thema's in het werk van Edward Lipski (°1966, Londen; woont en werkt in Londen). “Mijn werk bevindt zich tussen het culturele en visuele niveau” legt Edward Lipski uit, “Ik ben geïnteresseerd in de ruimte tussen iets wat je onmiddellijk begrijpt en iets abstract. Deze verwarring zorgt voor een zekere intensiteit.” Lipski’s werk beweegt zich tussen deze twee polen. De afstand tussen de extremen is vervaagd, totdat we onszelf onderdompeld vinden in een seductieve visuele chaos.
Jonathan Meese (°1970, Tokyo; woont en werkt in Berlijn en Hamburg) staat bekend om zijn veelzijdig werk, dat gaat van exuberante schilderijen, installaties, extatische performances tot een krachtig oeuvre van sculpturen in diverse media. Al het werk van Meese wordt gedreven en ondersteund door een streven naar de dictatuur van de kunst. Schijnbaar moeiteloos ontwikkelde hij in alle genres een zelfstandig en uniek vocabularium dat zijn werk de verscheidenheid, visuele energie en de kwaliteit geeft, dat, volgens Robert Fleck, ongezien is sinds Picasso.
In de schilderijen van Ryan Mosley (°1980 Chesterfield, woont en werkt in Sheffield) zijn tijd, plaats, geschiedenis, de personages die ze bevolken en de ruimtes die ze bewonen allemaal kromgetrokken, vervormd, uit hun evenwicht gebracht en in een staat van fusie, desintegratie en recombinatie gebracht. De personages die hij op velerlei manieren portretteert, vervloeien in of vereenzelven zich met hun achtergronden; de contouren van hun hoofden, hun kaaklijnen, baarden en haar en van hun jukbeenderen vervlakken in een ondergrond van in elkaar grijpende vormen. Het is alsof, op een of andere moeilijk te bevatten manier, de personages die Mosley portretteert, de schilderijen zijn die ze bewonen.
De dualiteit van Tal R's (° Tel Aviv, Israël 1967; woont en werkt in Kopenhagen) erfgoed wordt erkend in zijn werk, dat zowel feestelijke als sinistere sensaties biedt. Zijn onderwerp is opzettelijk gemakkelijk te beschrijven, maar betekenis is, net als in dromen, raadselachtig. Tal werkt met verschillende media (collage, sculptuur, installatie, schilderij) en haalt intuïtief beelden uit verschillende bronnen weg. Historische en kunsthistorische referenties zijn er in overvloed: draden van het expressionisme, het fauvisme en het symbolisme lopen door, net als een knipoog naar traditionele Scandinavische kunst, art nouveau en Outsider kunst.
Peter Rogier’s (°1967, Antwerp; leeft en werkt in Oud-Heverlee) ironisch-expressieve sculpturen zweven tussen abstractie en figuratie en combineren zowel een uitmuntend vakmanschap en een innovatieve beeldtaal. Het werk van Peter Rogiers kenmerkt zich door tal van tegenstrijdigheden. Met zijn kenmerkend gevoel voor humor, een grote dosis (zelf)ironie en uitzonderlijke artisanale kwaliteiten daagt Rogiers de conventies van de traditionele kunstgeschiedenis uit, door ze uit hun typerende contexten te halen en te introduceren binnen een nieuwe beeldtaal waarbij de psychologie van de vorm steeds centraal staat.
Ben Sledsens’s (°1991, Antwerpen; leeft en werkt in Antwerpen) werken getuigen van een diepgaande kennis van de kunstgeschiedenis. Zijn palet van sterke, levendige kleuren, hoge technische kwaliteiten en eenvoudige beeldtaal bestaan binnen een lange traditie die refereren naar grote meesters zoals Henri Matisse, Claude Monet, Henri Rousseau en Pieter Bruegel De Oude. Ook de natuur en het dagelijkse leven zijn belangrijke inspiratiebronnen voor Sledsens. Zijn grootschalige canvassen lijken bedrieglijk eenvoudig door de naïve beeldtaal en heel herkenbare onderwerpen, hierachter schuilt echter een sterk doordachte compositie waarin Sledsens een beeldende verhaallijn brengt in zijn werk.
Ed Templeton (°1972, Garden Grove; woont en werkt in Huntington Beach) bracht zijn jeugd door in een wereld van skateboarden en punkmuziek. Hij beschrijft zijn tekeningen, foto's en schilderijen aan de hand van anekdotes en gevoelens die de beelden een nieuwe, meer diepgaande interpretatie geven. Menselijke kwetsbaarheid is ook een belangrijk thema in Templeton's schilderijen en tekeningen. Dit geldt in het bijzonder voor de werken bevolkt door zombie-achtige menselijke figuren, die lijken te zijn ontsnapt uit een middeleeuws tableau van het Laatste Oordeel. Templeton's vroege skate-faam gaf hem een forum om kwesties zoals racisme en homofobie te bespreken die niet veel speelruimte kregen in de skateboard subcultuur. Hij vervulde een pioniersrol in het leiden van skateboarden naar de creatieve en culturele invloed die het vandaag heeft.
De afgelopen jaren heeft Rinus Van de Velde (° 1983, Leuven, woont en werkt in Antwerpen) een opvallend samenhangend oeuvre opgebouwd, dat voornamelijk bestaat uit monumentale, verhalende houtskooltekeningen. Hoewel deze tekeningen nog steeds een prominente rol spelen in zijn werk, evolueert Van de Velde steeds meer naar een 'totale kunstenaar', waarbij hij een spanning creëert tussen fictie en realiteit door het gebruik van verschillende media zoals tekeningen, sculpturen, installaties en film. Met zijn grootschalige tekeningen nodigt Van de Velde de toeschouwer uit om in zijn zorgvuldig opgebouwde universum te stappen. Terwijl hij zichzelf cast als een opeenvolging van fictieve personages en zichzelf voortdurend uitvindt als een ander soort artiest, leeft Van de Velde zich in in verschillende persona's, genres en kunstvormen.
Aaron van Erp's (° 1978, Veghel; woont en werkt in Eindhoven en Asuncion, Paraguay) sombere humor wordt gekanaliseerd in spookachtige schilderijen. Het vermogen van een kunstenaar om een onthutsende atmosfeer te weer te geven is nog nooit zo krachtig geweest. Zijn werken vertonen vaak willekeurige handelingen van surrealistisch geweld. Zijn gruwelijke scènes vinden plaats in de dysthetische omgevingen van de kunstenaar, die de vorm aannemen van verlaten stranden en geïsoleerde interieurs die nog absurder surrealistisch worden gemaakt door willekeurige voorwerpen zoals een tafeltennistafel of een FedEx-kist.
Met zijn poëtische sculpturen weet Henk Visch (° 1950 Eindhoven; woont en werkt in Eindhoven en Berlijn) vaak allerlei associaties op te roepen en de fantasie van de toeschouwer te stimuleren. Het bewustzijn van Henk Visch bestaat zowel uit vreugde als pijn. Het bevat ruw materiaal waar je mee kan spelen, meer nog, waar je mee kan werken. Maar dan wel om, op een zowel bekende als verdoken manier, schokkend en met sprongen, te ensceneren en vorm te geven aan enkele "waarheden" over onze seksualiteit, onze verlangens en onze angsten, onze arabesken en onze collectieve uitingen, onze constante benaderingen, of, kortweg, onze beproevingen in de ruimte met het lichaam als voertuig : echte lichamen, uitgevonden lichamen, lichamen van vertrouwde en utopische heerschappijen.
Binnen het werk van Anke Weyer (°1974 Karlsruhe; woont en werkt in New York) is alles mogelijk, ze ontmantelt valse dichotomies zoals abstractie versus figuratie, toeval versus intentie en verwarring versus orde. Verwarring en twijfel ervaart Weyer als iets magnifiek zowel als verraderlijk. Ongedwongen en instinctief gaat Anke Weyer tewerk met een zekere urgentie. Een snelheid die ervoor zorgt dat het geschilderd beeld puur en oprecht blijft. De snelheid primeert over de compositie. Elke compositorische beslissing wordt gemaakt in het moment, heel bewust of net impulsief. De beslissingen die Weyer maakt hebben telkens een andere schaal en betekenis. Met energieke penseelstreken, druppels, vegen en schrappingen maakt ze een flux van vormen en lijnen.